top of page
Zeppelins boven Jakarta.png

Boyan was 21 toen hij het meisje zag van wie hij wist dat ze voor elkaar voorbestemd waren. Hij was 23 toen het gevoel hem een tweede keer overkwam. Bij het derde meisje dat voorbestemd leek voor hem was hij eveneens 23, tegen het vierde 25. Vandaag werd Boyan 36 jaar en hij was de tel kwijt.

 

Zijn verjaardag viel dit jaar op een maandag, en vanwege alle drukke dagen van zijn vrienden zou de viering pas op zaterdagavond gebeuren. Daarom bracht hij de eigenlijke dag door aan het grasveld bij de luchtbasis, waar hij de zeppelins zag opstijgen en wegvliegen richting de oceaan. Languit liggend bekeek hij deze luchtmammoeten met een zwaar gemoed, bevroren tussen maag en hart.

 

36 was een symbolische leeftijd in zijn beleving. Zijn beide ouders hadden op die leeftijd het ja-woord aan elkaar gegeven, en hoewel ze vier jaar later alweer uit elkaar gingen, beschouwde hij het toch als een grens die hij moest bewaken wilde hij niet als eenzaat eindigen. Zijn ouders waren intussen gepensioneerd, ze hadden elkaar sinds de scheiding niet meer gezien, zelfs niet op proclamaties of verjaardagen. Misschien als er een huwelijk van hun enige zoon kwam, schoven ze nog eens bij dezelfde tafel aan.

 

Alleen raakte Boyan het geloof in alles kwijt. Hoe vaak had hij het gevoel gehad ‘thuis te komen’, een vrouw te ontmoeten van wie hij meteen wist dat de zoektocht nu afgelopen was? Geen van die buikgevoelen vond zijn bevestiging in de realiteit. Daarom dwaalden zijn gedachten zo lang door tot hij bij het besluit kwam dat hij nooit meer op zijn gevoel kon rekenen, dat het hem een vals vertrouwen van veiligheid bezorgde.

 

Hij moest terugdenken aan zijn tijd in Jakarta, toen hij als stagiaire bij de Belgische ambassade werkte. Daar had hij ettelijke weken doorgebracht in het Nationaal Archief van het land, alle teksten kopiërend die sloegen op de relatie tussen de twee landen. Tijdens één van de pauzes had Boyan buiten op een bankje gezeten toen de poetsvrouw van het Archief voorbij kwam, hem zag zitten en op hem af liep om te vragen of Boyan niet met haar wilde trouwen. Zijn verweer dat ze elkaar helemaal niet kenden, bracht haar niet van haar stuk. Liefde, zo zei ze, is een arbeid tussen twee zielen. Gaven ze het genoeg tijd en staken ze er genoeg werk in, dan zou de liefde voor elkaar vanzelf ontstaan.

 

Had ze gelijk? Alleszins hield haar theorie meer steek als hij het vergeleek met zijn eigen parcours. Uit het grote niets tussen twee mensen samen iets opbouwen klonk veel geloofwaardiger dan deel uitmaken van een door het universum aangevuurd pact. Opende er nu een portaal waardoor hij vijftien jaar terugspoelde, hij zou het aanbod langer overwegen, minder arrogant geloven in die ene ontmoeting die voor altijd een eind zou maken aan zijn woekerende rusteloosheid.

 

De gedachten volgden elkaar in sneltempo op, het gewicht werd zwaarder, de stilstand drukkender. Hij moest actie ondernemen, de eerste dag van het laatste jaar was bijna om. Zakkende zeppelins blokkeerden een zonsondergang die als onheilsklok luidde. Hoeveel nachten moest hij alleen doorbrengen? Hoeveel ochtenden openden met een leegte die hij met extra kussens opvulde?

 

Hij begon met rennen, het veld over, recht op de hekken af. De prikkeldraad voelde hij niet eens toen hij erover klom en aan de andere kant zijn spurt verder zette. Over heel de luchtbasis weerklonken alarmen. Een schelle stem torende uit over het hele terrein om Boyan te bevelen op zijn knieën te gaan. Vlak daarna vertrokken er kogels in zijn richting – één ervan ketste op de grond tussen zijn benen. Het verontrustte Boyan niet, hij was dicht bij een bijna vertrekkende zeppelin, daar zouden ze niet meer durven schieten of alles vloog de lucht in.

 

Een waaghals van de luchtbasis loste nog een laatste schot en doorboorde daarmee het raam van de cabine die onder de ballon hing. Boyan rook zijn kans en dook met een diepzeeduiksprong naar binnen, waar hij bleef liggen tot hij voelde hoe de zeppelin opsteeg. Vanaf nu was hij veilig. De geautomatiseerde zeppelinhandel maakte van hem de enige aan boord en zolang de cargo of de ballon niet beschadigd raakten zou de route helemaal tot het einde afgelegd worden. Hij kon ademhalen, het panorama bewonderen.

 

Door het gebroken raam werd het snel koud in de cabine. Hoe hoog zou de ballon moeten stijgen voor hij doodvroor? Hij probeerde zich op zijn ademhaling te focussen en zag buiten de karavaan zeppelins hun routes vervolgen terwijl de zon streepje per streepje verdween.

 

De ijle lucht vulde Boyan met nieuwe prikkels. Zo ver weg van de Aarde leken al zijn problemen zo simpel en onnozel – zo erg dat hij er zelfs om moest grinniken. Hoe hij alles toch zo had kunnen opblazen! Er was helemaal niets aan, alles viel in twee of drie stappen op te lossen. Dat hij alleen eindigde moest toch niet de ramp betekenen die hij er in zijn hoofd van maakte?

 

De afnemende zuurstof deed Boyan’s hoofd dansen, zoveel dat hij nu ook zag hoe de kuisvrouw van het Nationaal Archief in Jakarta de cabine binnen klauterde en tot bij hem naderde. Ook zij had de glimlach op haar lippen, blij om elkaar terug te zien na al die tijd, beiden zoveel veranderd.

 

“Dus”, zei ze. “Ben je eindelijk zover om je ongelijk toe te geven?”

 

“Het is toch te laat”, zei Boyan.

 

“Waarom hield je zo vast aan je visie? Waarom al die verloren tijd voor een fantasie?”

 

“Omdat alleen zo’n grote liefde het gat in mijn ziel zou kunnen vullen. Omdat het alles van het verleden zou compenseren.”

 

Ze glimlachte en zei: “Het is toch bijzonder hoeveel wijsheid de koude lucht een mens kan geven.”

 

“Maar waar heb ik de foute weg in mijn redenering genomen? Hoe zit het dan het echt in elkaar?”

 

De kuisvrouw lachte en zei: “Als je zoiets aan anderen vraagt, krijg je alleen maar meningen. Stel de vraag aan jezelf en dan pas zal je de waarheid ontdekken.”

 

“Maar waarom ben jij hier dan, kom je me geen les leren?”

 

“Dat is de les net, Boyan: dat je niemand nodig hebt voor de moeilijke vragen, dat al die chaos diep in je hart gewoon tijd nodig heeft om een balans te vinden. Neem gewoon een frisse neus, zoals je nu hierboven doet. Je zal zien dat alles dan wel in zijn plooien valt.”

 

De kuisvrouw dampte op in de ijle lucht en liet Boyan alleen achter om neer te kijken op de luchtkastelen van wolken die de ballon omgaven. Hij zag ze vervagen tot schuim en hij merkte dat de ballon daalde, de bestemming naderend. Door het raam was nu niet alleen een witte oneindigheid te zien, maar ook land dat hem heel herkenbaar voorkwam. Daar, in dat veld, had hij nog niet zo lang geleden gezeten voordat hij besloot aan boord van een zeppelin te kruipen. Had de ballon alleen enkele rondjes rond de basis gevlogen om er nu naar terug te keren?

 

De ballon landde zacht, Boyan stapte uit, de alarmen luidden niet langer, niemand schoot op hem. Bij de poort ontdekte hij dat die was opengezet zodat hij makkelijk zonder nog meer prikkeldraadwonden de buitenwereld kon betreden. Op de plek waar hij daarnet de zon had zien verdwijnen, zat nu een vrouw met een notitieboekje en een draagbare Chinese lampion die haar van licht voorzag. Ze keek op naar de figuur die dichterbij kwam.

 

Yueru was 34. Ook zij was de tel kwijt geraakt.

 

Boyan en Yueru, ze begonnen beiden weer vanaf nul.

bottom of page