top of page
De verklikker.png

Een collega vertelde me tijdens de lunchpauze over de hond, een hybride die voor een kwart uit technologie bestond en alle gesprekken opnam. Een erg populair cadeau in huwelijken waarbij er vermoedens van overspel bestonden. Er moest maar een minnaar of minnares langskomen terwijl de echtgenoot niet thuis was en de hond zou alle geluiden registeren. Ik vond het hilarisch om aan te horen totdat mijn collega een foto van het beest op zijn gsm toonde en ik meteen Siifa herkende. Mooie, brave Siifa, die me elke dag na het werk opwachtte. Mijn beste kameraad die mijn vrouw een jaar of twee terug als puppy had meegebracht. Om wat meer speelsheid in het huis te brengen, zo had ze het toch gezegd? Daar was ze alvast grandioos in geslaagd nu, alleen had ik nooit geweten dat ik aan een bedrieglijk spel meedeed.

​

De treinrit naar huis duurde een halfuur langer door oponthoud na personen die over het spoor liepen en daar was ik dankbaar voor. Ik had alle tijd nodig om alles even op een rijtje te zetten. Twee jaar lang had er thuis een hond rondgelopen die alle geluiden op een harde schijf opsloeg – waarom? Vertrouwde mijn vrouw mij niet? Natuurlijk had ik momenten van verleiding meegemaakt, vrouwen tot wie ik me enorm aangetrokken voelde, maar ik zou wel gek zijn voor zulke bevliegingen mijn huwelijk op het spel te zetten. Ik zag mijn vrouw graag. Zij begreep mij, wist wanneer ze mij met rust moest laten en sloeg er altijd in me op te vrolijken als ze zag dat ik het moeilijk had. Dacht ze soms dat ik genoeg had van haar lieve woordjes en mijn teleurstelling tegenwoordig verwerkte door in bed te duiken met jongere vrouwen?

​

De korte wandeling van de bushalte naar mijn huis deed mijn benen met elke stap wankeler worden. Ik wilde weglopen, ergens onderduiken, een winterslaap houden tot alles opgelost was. Het was ergens natuurlijk ridicuul. Ik had haar niet bedrogen, dus liep ik weinig gevaar, maar ik wist niet hoe ik me zou moeten gedragen nu ik achter haar complot was gekomen. Confronteerde ik haar direct? Maakte ik enkele subtiele opmerkingen dat Siifa er toch anders uitzag dan andere honden? Misschien moest ik het maar gewoon tegen de hond zeggen, dacht ik, zij zou het dan toch achteraf horen op de audiofragmenten die ze met een USB in haar computer plugde.

​

Ik stak mijn sleutel in het slot en bleef vijf minuten staan terwijl er vanalles door mijn hoofd schoot. Vanaf ik de deur openzwaaide, kwam Siifa meteen op me afgelopen en besprong me enthousiast. Hij zag in mijn blik dat ik niet zo gelukkig als anders reageerde en deinsde twijfelend terug, op zijn hoede voor mijn vreemde gedrag. Misschien merkte zijn processor wel dat ik zijn spelletje doorhad en verscheen er zo dadelijk een spuit uit zijn bek die me een middel inspoot waardoor ik alles vergat en hem terug als een doodnormale hond zag.

​

“Dag schat, alles oké?”

​

Mijn vrouw verscheen in de gang, haar handen nog lichtjes nat na een bezoek aan de wc. Ze was altijd eerst thuis omdat ze slechts op vijf kilometer van ons huis werkte en met de fiets kon gaan. Ze keek een tikkeltje verward naar hoe ik en de hond elkaar aanstaarden, maar verloor er haar vrolijkheid niet door.

​

“Heb echt fantastisch nieuws!”, zei ze en ze liep door naar de woonkamer. “Bij jou op het werk ook alles goed?”

​

“Niet echt”, mompelde ik zacht genoeg zodat ze het niet hoorde, maar toen herinnerde ik me de hond weer en zag hoe hij de oren had gespitst. Ik kookte vanbinnen. Elke dag ga ik twee keer met je buiten, dacht ik, ik koop van die dure brokken met kip voor je en dit is hoe je me bedankt? Met verraad?

​

In de keuken lagen alle ingrediënten voor vanavond klaar. Ik begon met het schillen van de aardappelen terwijl mijn vrouw hetzelfde deed met de groenten en ze vervolgens waste. Ze vertelde vol blijdschap een verhaal dat grotendeels aan me voorbij ging. Waarom spreken leugenaars altijd op zo’n gelukkige manier? Omdat ze alle touwtjes in handen hebben en iedereen in het donker houden?

​

“… en ik zei, eigenlijk als grap, dat hij het dan maar aan iemand ‘ervaren’ als ik moest over laten, en weet je wat: hij zei dat dat misschien nog geen slecht idee was, alsof het de normaalste zaak van de wereld was! Om eerlijk te zijn, ik stond op het punt te zeggen dat ik het niet meende, maar toen dacht ik: nee, Keo, het is gedaan met je nederig op te stellen; toon eens wat ambitie! Dus zei ik gewoon koeltjes: goed, laat ons er dan maar aan beginnen – kun je dat geloven?”

​

Ik perste er een glimlach uit en zei: “Dat is geweldig, schat!” omdat ik wist dat ze zo’n reactie verwachtte en anders zou weten dat er iets scheelde, maar natuurlijk doorzag ze mijn maskerade meteen. Ze legde de groenten op het aanrecht en kwam bij me aan tafel zitten.

​

“Is er iets?”, vroeg ze. “Als het op jouw werk slecht ging, kan je dat zeggen, he. Ik wil je geen schuldgevoel geven omdat het vandaag bij mij zo goed was.”

​

“Het is niets”, zei ik.

​

Alsof zijn sensoren het aanvoelden, kwam net op dat moment Siifa de keuken binnen en ging vlak aan mijn voeten zitten, zijn staart kwispelend om te tonen dat hij niet kon wachten om me al zijn liefde te betuigen. De blik van die twee tezamen was me te veel. Ik kon het niet verdragen dat zij deel uitmaakten van een verbond dat tegen mij gericht was. Hoe eenzaam kon een mens zich voelen om zo in zijn eigen huis te worden uitgesloten?

 

“Die vriendin van je ”, bracht ik plots uit. “Waarmee je soms gaat tennissen.”

​

“Céline?”

​

“Ja, die. Haar vriend had haar toch bedrogen, niet?”

​

“Ja”, zei ze. “Dat is waar, maar hoezo? Hoe kom je daar ineens bij?”

​

“Ik dacht er over na, hoe is ze er eigenlijk achter gekomen?”

​

“Gewoon, vroeger thuis dan anders, vindt hen samen in bed; klassiek verhaal. Mag ik weten waarom je over Céline en haar ex-vriendje nadenkt?”

 

“Iemand op mijn werk vertelde er iets over.” Ik voelde me in een gammel bootje op water waarvan de stroming steeds sterker werd, op weg naar de denderende waterval in de verte. “Tegenwoordig hebben ze veel manieren om elkaar te betrappen. Camera’s in de wijzers van een klok. Of microfoons in…”

​

“In wat?”

​

“In… vanalles.”

​

“Nee.” Ze had door dat er iets aan de gang was, ze kende me te goed – maar waarom kon ze dan ooit denken dat ik een verhouding geheim zou kunnen houden? “Je wilde iets anders zeggen. Waar steken ze microfoons in?”

 

“In katten.”

​

“Katten?”

​

“Ja.”

​

“Vreemd”, zei ze. “Gelukkig hebben wij geen katten.”

​

“Nee.”

​

Mijn handen beefden lichtjes en me schamend om mijn onmacht om het open en bloot op tafel te gooien sloeg ik er nog net in mijn hoofd naar Siifa te draaien, die met kwispelen gestopt was en zachtjes jammerde omdat hij aanvoelde wat voor gespannen sfeer er in de keuken hing.

​

“Anderzijds”, zei ik. “Als ze het bij katten kunnen…”

​

Keo keek maar een moment naar Siifa, stond op en liep terug naar haar groenten. Ze nam een stukje rauwe wortel in haar handen en stak het in haar mond. Ze kauwde er een paar keer hard op en leunde dan tegen het aanrecht.

 

“Oké”, zei ze. “Je weet het dus.”

​

Ik wilde schreeuwen, maar knikte alleen maar flauwtjes.

​

“Het spijt me alleszins. Nu ja, niet zoveel als ik eerlijk met je ben, maar toch een beetje omdat het uiteindelijk een leugen is en ik niet wil doen alsof die nu gerechtvaardigd was.”

​

“Waarom zou het wel gerechtvaardigd zijn?” Haar kalme houding gaf me meer moed om al mijn twijfels uit te spreken. “Een hond die me al twee jaar moet controleren; ik snap gewoon niet waarom je dat hebt gedaan. Je denkt toch serieus niet dat ik je hier bij ons thuis bedrieg als je gaat tennissen of zwemmen?”

​

“Nee, nee, ik weet ook wel dat je me niet bedriegt.”

 

“Waarom dan, Keo? Waarom verdomme?”

​

Keo nam haar hand en wreef ermee over de linkerkant van haar gezicht, alsof ze zich wilde afschermen van mijn blik. Ik probeerde me ondertussen te herinneren wanneer onze laatste ruzie was en hoe het toen was afgelopen, maar merkte dat ik wel heel erg ver moest teruggaan. Wij waren nu eenmaal geen koppel dat snel ruziemaakte. We waren twee volwassenen die begrip voor elkaar toonden. Dat besef maakte me alleen maar kwader. Er was geen enkele reden voor zo’n hond. Onze hele balans had ze nu vakkundig de nek omgedraaid.

​

“Kom maar gewoon mee”, zei ze. “Ik zal het je tonen.”

​

Ze beende de keuken uit en ik volgde haar naar haar dressoir, waar tussen een stapel sokken van haar een tiental USB-sticks lagen. Met viltstift stonden er onschuldige titels opgeschreven zoals ‘Trouw Anna & Christi’ of ‘Dubbelspel met Céline 2024’, maar ik begreep natuurlijk meteen dat we maar één persoon op die sticks zouden terugvinden.

​

Keo leidde me naar de computer in de woonkamer, waar ze een van de USB-sticks in de computer stak en wachtte tot de inhoud in een venster tevoorschijn kwam. Toen dat gebeurde, zag ik een lijst van audio-opnames die allemaal mijn naam droegen en op datum gerangschikt waren. Voor ik haar iets kon vragen, onderbrak ze me en opende een van de opnames. Meteen vulde mijn stem de hele ruimte.

​

…het is gewoon zo klote, Siifa. Ik zie ook wel wat Keo wil. Al haar vriendinnen hebben een kind of zijn in verwachting. Maar wat moet ik haar zeggen? Sorry, ik wil het niet? Dan verlaat ze me meteen, ik ken haar; ze wil liever moeder zijn dan mijn vrouw. En soms denk ik: wat als ik nu ee–  jaja, ik snap het al, we zullen naar buiten gaan. Voor jou is het leven toch simpel, he? Eten en buitenkomen, meer heb jij niet nodig. Konden we maar ruilen, he Siika? Dan kon jij al jouw pro–

​

Ik klikte de opname weg en zuchtte.

​

“Dus dat is het”, zei ik. “Je luistert me gewoon af. Je wil mijn hele privéleven kennen. Alles wat ik zeg en denk.”

​

“Dat wil ik niet”, zei Keo. “Ik wil dat je het me direct vertelt. Maar dat doe je niet.”

​

“Wat vertel ik jou dan niet?”

​

“Alles!” Haar kalme houding van in de keuken was volledig verdwenen. “Als iets je dwarszit staar je gewoon naar je bord en zeg je dat alles oké is, hoe vaak ik er ook naar vraag. En elke keer als we een discussie hebben, klap je gewoon dicht en wil je alle confrontatie vermijden; terwijl ik gewoon wil weten wat je denkt of wat je bezig houdt!”

​

“Overdrijf je nu niet? Wij hebben amper discussies.”

​

“En hoe denk je dat dat komt? Waarom weet ik perfect hoe ik met jou moet omgaan?”

​

Siifa was ondertussen in zijn mand gekropen en maakte zich nog kleiner toen hij zag hoe Keo en ik tezamen naar hem keken.

​

“Daarom heb ik Siifa gekocht”, ging Keo verder. “Je vertelde me niets, helemaal niets. Ik werd helemaal gek van je. En toen zag ik die hond op internet en kreeg ik een idee. En het werkte! Je kan kwaad op me zijn, maar het werkte verdomme. Alles waarmee je worstelde vertelde je aan Siifa. Als jullie alleen thuis waren, als je buiten ging wandelen, als hij ’s avonds bij je in de zetel kroop als ik was gaan slapen… En eindelijk wist ik wat er door je heenging. Eindelijk kon ik stoppen met me te ergeren aan je stenen gezicht. Siifa heeft ons huwelijk gered – ik hoop dat je dat beseft. Anders was ik allang vertrokken – en niet omdat je niet staat te springen voor een kind.”

​

Toen ze uitgesproken was, wist ik niet hoe ik me moest voelen. In de trein en in de bus had ik gehoopt op excuses, maar nu leek het alsof ik degene was die zijn verontschuldigingen moest aanbieden. Draaide ze zo de rollen niet heel manipulatief om? Tenslotte had ze nog steeds wel alle privacy waar ik recht op had, geschonden. Alleen wist ik niet wat voor compensatie ik daarvoor moest vragen. Moest ik eisen om Siifa buiten te gooien? Dat kon ik toch niet maken? Verklikker of niet, het bleef nog wel een dier, één die ik graag zag. En hetzelfde met Keo, haar zag ik ook nog altijd graag. Zeker nu ik erachter was gekomen dat ze blijkbaar al eeuwen wist dat ik geen kind wilde en toch bij me was gebleven. Als zij mij dat vergaf, moest ik dit haar dan niet vergeven?

 

“Wat nu?”, vroeg ik.

​

“Ik weet het niet”, zei ze. “Ik hoop alleszins dat je Siika niet het huis uit wilt. Hij is nog altijd een dier en hij ziet je ontzettend graag – hij is niet geprogrammeerd om je leuk te vinden of zo. Hij weet zelf niet dat hij alles wat je zegt opneemt, dus zijn schuld is het niet.”

​

“Maar kan je die opnames niet gewoon stoppen?”

​

“Ja, ja, uiteraard…” Ze legde haar handen op mijn schouders en kwam dichterbij. “Maar misschien moeten we het nog even laten zo. Begrijp me niet verkeerd; ik zou het liefst hebben dat je meer met mij praat, zegt wat er scheelt. Maar ik weet ook dat je karakter niet op één dag gaat veranderen. Daarom – als het goed is voor jou – zou ik voorstellen om Siifa verder te laten opnemen. Als er dan iets is dat moeilijk is om me direct te vertellen, kan je het nog altijd tegen hem vertellen.”

​

“Heb je er tenminste een afstandsbediening voor?”

​

“Ja, in mijn handtas.”

 

“Mag ik die dan hebben? Dan kan ik zelf kiezen dat hij alleen opneemt als het voor mij inderdaad…moeizaam is om iets direct te vertellen.”

​

“Natuurlijk”, zei ze glimlachend. “Wil je nu verder koken? Anders kan het nog laat worden.”

​

Ik schudde mijn hoofd.

​

"Ik denk dat ik na vandaag wel pizza heb verdiend.”

​

“Goed”, zei Keo en ze gaf me een kus op mijn voorhoofd. “Laten we dan maar pizza bestellen.”

bottom of page