Veel ridders kent Antwerpen de laatste eeuwen niet meer, maar Eddy Gosselin overkomt het al voor de derde keer. De kapper van de Frankrijklei werd op het congres van Intercoiffure Mondiale in Parijs tot de orde van Commandant geridderd. De kappersvereniging beloonde Eddy voor zijn decennialange inzet.
Niet alleen The Queen beloont burgers voor hun uitzonderlijk werk, ook vereniging Intercoiffure Mondial zet graag kappers in de kijker voor hun bevorderende reputatie. Met 3000 salons in meer dan vijftig landen vertegenwoordigt de organisatie een groot deel van de kapperswereld. “Het is meer dan een vereniging.”, zegt Eddy, die eveneens vicepresident is van de Belgische afdeling. “Wij doen ook aan liefdadigheidswerk en delen altijd onze kennis wanneer we iets nieuws vinden. Mode is onze focus. Ikzelf heb op het hoofdpodium gestaan van congressen in Israël, Egypte Italië, Frankrijk,… Dan liet ik mijn zelfgekozen modellen paraderen met combinaties van kleding, make-up, maar natuurlijk vooral kapsels.”
Grootkruis
Die acts op congressen had Eddy Gosselin te danken aan al zijn verschillende gewonnen prijzen in binnen- en buitenland. Nu Eddy na Ridder en Officier ook tot Commandeur werd gekroond, behoort hij tot een select kransje van collega’s die zo’n titel behaalden. In het begin van zijn carrière was hij er niet mee bezig, maar de laatste jaren hebben zijn Belgische collega’s hem pas echt ontdekt. Om kans te maken op de eretitels, moet je namelijk voorgedragen worden door landgenoten. “Het is zeker een speciale prijs.”, vertelt Eddy. “Op het Congres in Parijs werden er slechts drie kappers tot de orde van Commandeur verheven en ik was er bij. Tussen twee categorieën moet ook minstens vijf jaar liggen dus er verstrijken zeker veel jaren voor je zo’n titel opgespeld krijgt. Na Commandeur heb je nog Grootkruis. Dat is wel weggelegd voor wereldvoorzitters of kappers die internationaal bezig zijn. Ik weet dus niet of ik daarvoor nog in aanmerking kom.”
Pensioen
Het is een palmares dat zeker niet slecht is voor een kapper van de Frankrijklei. Met een carrière van ondertussen 46 jaar draait hij al bijna een halve eeuw mee in de Triangelbuurt. Eerst op leercontract bij toenmalig kapper François Goossens, daarna als medewerker van een Griekse kapper en uiteindelijk als zelfstandige. “Het is een cliché, maar om het zo lang te doen, moet je het natuurlijk leuk vinden. Anderzijds zit ik in een modevak en moet ik blijven innoveren, altijd mee zijn met de nieuwe trends,… Vooral het contact met de klanten vind ik interessant. Wij hebben nu veel vaste mensen die hier altijd langskomen en het is altijd aangenaam om te horen hoe het met hen gaat.”
Voor de toekomst heeft Eddy zijn toekomst al grotendeels vastgelegd. Hij is al een stuk in de zestig maar voelt nog niet de nood om op te houden met zijn ambacht. “Samen met Bart (collega-kapper nvdr) heb ik een vennootschap opgericht en het plan is dat hij volgend jaar de zaak officieel overneemt. Ik ga deze job als ‘bijberoep’ verderzetten. Zo krijg ik mijn pensioen en kan ik toch nog wat bijverdienen. Ik zou mijn stiel zeker niet kunnen missen!”
