top of page

"Douane? Die koop ik gewoon om!"

25 oktober 2016 - Joran M.C. Simoens

Vierentwintig en al drugsbaron: Wesley uit Sint-Niklaas is niet rouwig om de manier waarop hij zijn geld verdient. Met ouders die hem in de wereld introduceerden en een nonkel die bij de Antwerpse douane werkt, bouwde hij aan een imperium dat in tonnen moet worden uitgedrukt. “Ik wil altijd maar meer en meer, het mag voor mij nooit stoppen.”

 

De legendes van mensen als Pablo Escabar en El Chapo zijn alom bekend en worden vaak bewierookt door de roem die ze er mee vergaard hebben. Films als American Gangster of series als Narcos tonen mensen het beeld van de georganiseerde misdaad waar miljarden in omgaat en al lijken die ver verwijderd van onze eigen woonkamer, toch staat de realiteit om de hoek.

​

 Daar kan Wesley over meespreken. Als vierentwintig jarige staat er zoveel geld op zijn bankrekening dat hij een tijdje moet nadenken over hoeveel nullen het getal precies kent. Klein begonnen met de handel in xtc verlangde hij al snel naar het grote geld en hij schakelde daarom ook over op cocaïne en andere lucratieve drugs.

   “Ik ben erin gerold dankzij mijn ouders. Zij waren vooral vroeger de grootste drugsdealers van het Waasland, maar zijn nu al ongeveer acht jaar gestopt om zorgeloos van hun geld te genieten. Zonder dat ze het wisten, nam ik het van hen over en de kwantiteiten en geldbedragen werden al snel alsmaar groter. Dankzij al mijn contacten in het wereldje kan ik alles fixen tegen bodemprijzen om ze hier in België soms voor het dertigvoudige te verkopen. Mijn cocaïne laat ik bijvoorbeeld rechtstreeks van Zuid-Amerika of Afrika komen in containers. Dat toont wel dat ik geen kleine jongen ben.”

 

Omkoping

 

Al verloopt de reis van de verre continenten naar Antwerpen niet altijd even vlekkeloos. De ‘War on Drugs’ en de vele controles onderweg houden altijd veel risico’s in, wat maakt dat hij altijd onrustig wordt als er weer eens een bericht komt van een gevonden cocaïnelading in de haven van Antwerpen. Wesley weet goed genoeg wat er gebeurt als die ontdekte container effectief de zijne is.

   “Ze hadden m’n lading onderschept en ik moest naar de haven komen. Daar moest ik in een kamer komen zitten met twee mannen van de douane en mijn nonkel, die daar ook werkt. Hij had geregeld dat ik eerst met dat duo kon praten en ik alles kon uitleggen. Op het einde van het gesprek hebben we elkaar de hand geschud, blij om het akkoord dat gesloten was. Ik gaf hen tienduizend euro en zij vergaten de inhoud van mijn container. Mijn nonkel heeft me daarna wel gewaarschuwd dat dit de enige keer is dat hij me helpt en ik er onmiddellijk mee moet stoppen, maar hij weet ook wel dat ik sowieso door ga. Uiteindelijk heb ik hem niet nodig om mensen om te kopen.”

 

 

 

Gevangenis

 

Ondanks zijn jonge leeftijd heeft Wesley toch al enkele jaren in de gevangenis gezeten en is hij pas enkele maanden geleden vrijgekomen. Niet iedereen viel om te kopen en dat rechtvaardigheidsgevoel zorgde voor zijn gevangenisstraf die hij voornamelijk in de gevangenis van Beveren uitzat.

   “De gevangenis is hard. Zeker in het begin ben ik meerdere keren in mekaar geslagen en verkracht, maar het belangrijkste is dat je ook zelf wat meppen uitdeelt om te tonen dat je je niet zomaar laat doen. Het belangrijkste is je handel niet te verwaarlozen. Je ziet nu op het nieuws dat al die cipiers betere lonen willen, en als ik niet aan deze kant van de maatschappij stond, zou ik het toejuichen, want het is door die slechte lonen dat cipiers een oogje dichtknepen als ik bezig was met alle drugshandel terwijl ik daar vastzat. Het is uiteindelijk zoals alles met het leven: als je genoeg geld hebt, kan je zelfs de gevangenis tot een thuis vormen waar je zonder problemen je zaken kan afhandelen.”

 

Op weg naar…

 

Nu hij enkele maanden terug op vrije voet is, smijt hij het geld over de balk om zoveel mogelijk van zijn vernieuwde vrijheid te genieten. Het archetype van coke en strippers wordt bevestigd als hij allerlei anekdotes vertelt over privéfeestjes waar duizenden euro’s tussen de kussens van de zetel blijven steken, alsook de joy-rides die hij zo vaak maakt in een van zijn vijftien auto’s. Maar hij is niet van plan alleen te spenderen, hij wil ook al altijd zoveel mogelijk verdienen.

   “Ik wil meer en meer, van mij mag het nooit ophouden. Sinds mijn vrijlating heb ik ook enkele hoerkoten in Antwerpen gekocht. Vijfentwintigduizend euro voor zes Armeense meisjes: een forse investering, maar ik ben zeker dat die zichzelf na verloop van tijd terugbetaald. Af en toe krijg je wel problemen met klanten die niet betalen of agressieve pooiers die de meisjes proberen inpikken, maar ik kan gelukkig rekenen op mijn knokploeg uit Hoboken als ik nood aan slagkracht heb. Je moet je mannetje kunnen staan in deze wereld, maar liever zo’n leven dan één in de luwte en alledaagsheid. Ik ben niet het cliché, ik ben de uitzondering.”

bottom of page